Voor je gelezen (deel 1) De Kinderkolonie. Door Wil Schackmann

Wist je dat Veenhuizen in 1823 is begonnen als één groot weeshuis? Drie grote weeshuizen om precies te zijn.
In het boek kom je veel achternamen, de oorsprong van die achternamen, de herkomst van de kinderen en de reden waarom de koloniën in 1859 op houden te bestaan.
Met veel getallen (joepie) maar toch lekker leesbaar gebleven.

De drie gestichten worden in Veenhuizen, Drenthe, vanaf 1823 gebouwd om samen de zesde Kolonie van Weldadigheid te gaan vormen en het wordt een onvrije kolonie. Dat is mede op basis van het inzicht dat de animo om de vrije koloniën te vestigen achterblijft bij de verwachting. Frederiksoord, Willemsoord en Wilheminaoord blijken toch minder aantrekkelijk dan gedacht.

Dan maar alle weeskinderen naar Veenhuizen sturen. Verplicht en ondersteund zullen we maar zeggen door koning Willem I. Dan ijn die ook mooi weg uit de grote steden.
Een conclusie uit het boek is ook dat de dood in die tijd nogal vaak op de loer ligt. Men wordt niet oud. Nederland komt zeer verarmd uit de Franse Beztting door Napoleon en de werkeloosheid in Amsterdam is dan rond de 50%. Generaal Van den Bosch denkt dan dat de opvang van al die ouderloze kinderen wel wat effciënter kan en als dan terloops ook nog de woeste gronden van Drenthe in cultuur worden gebracht dan is dat wat je tegenwoordig een win-win situatie noemt.

Schrijver Wil Schackmann (zelf de zwager van een Veenhuizense) noemt prachtig ook alle geldstromen op inclusief de kosten per weeskind per jaar en maakt zo ook duidelijk hoe de belangen liggen. Amsterdam, Tholen, Haarlem en andere gemeenten zijn niet bepaald van plan om hun weeshuizen op te gaan heffen en zo overheidssubsidies mis te lopen. Er komt een boze koning aan te pas om dat allemaal eens even goed in het gareel te krijgen.
Een echt Follow the Money verhaal aan het begin van de 19e eeuw dus. Mooi is ook dat er geen enkel spoor van cynisme bij Johannes van den Bosch te bespeuren is. Hij wil echt het armoedeprobleem oplossen en het cynisme komt eerder bij de gemeentelijke weeshuizen vandaan.
De cijfers en processen die dit relaas onderbouwen dienen tegelijkertijd als omlijsting of volgspot misschien wel voor het kille leed van de weeskinderen. 
Tegelijkertijd zie ook hoe het moderne Nederland van na de Franse Tijd juist in Drenthe een paar goede dingen uitvind. Je zou Veenhuizen zelfs de proeftuin van onze huidige verzorgingsmaatschappij kunnen noemen.

Je krijgt ook een mooi inkijkje in de rangen en standen van die tijd, de motieven achter wezenopvang en dat overheden maar ook de Maatschappij van Weldadigheid logge ambtelijke machines zijn waar ideëen en oplossingen van aanpakkers en fixers heen gaan om langzaam vermorzeld te worden.
Als gids, Veenhuizer jeugd en oud gevangenismedewerker zie je ook nog eens een heleboel overeenkomsten met het huidige Veenhuizen of het vroegere, afgesloten gevangenisdorp

Maar wat me het meeste raakt is dat ik zelf, als supervrij jaren '70 kindje, juist heerlijk heb kunnen spelen op en om dat verschrikkelijke Derde Gesticht , de plek van het verhaal Het Pauperparadijs , waar de Nederlandse jeugd toen het juist niet slechter kon hebben.

Kortom, een echte, lekker leesbare, aanrader
 

7 maart 2023